ZORGEN OVER DE LOKALE DEMOCRATIE
Een recent gepubliceerd artikel van BRUG-M, waarin de beperking van spreektijden tijdens de raadsvergadering is bekritiseerd, heeft tot enkele reacties in de media geleid. Zo heeft de regionale omroep Heuvelland Vandaag er aandacht aanbesteed tijdens een tafelgesprek en Dagblad De Limburger heeft er een uitvoerig artikel aan gewijd. In beide media kwam naar boven waar het werkelijk om gaat: de werking van de democratie.
Democratie, ook op lokaal niveau in een gemeenteraad, is gebaat bij een oppositie die ruimte krijgt om haar standpunten te verwoorden en kritisch te zijn op de daden van degenen die aan de macht zijn. Daardoor kan een oppositiepartij tegenwicht bieden, andere gezichtspunten voor het voetlicht brengen, bestuurders kritisch bevragen. Coalitiepartijen kunnen dat ook, maar de ervaring leert dat zij doorgaans de bestuurders zoals wethouders, die zij zelf benoemd hebben, zoveel mogelijk steunen.
Macht heeft tegenmacht nodig, zo heeft Pieter Omtzigt eerder bij herhaling betoogd, en daar is BRUG-M het zeer mee eens. En die tegenmacht dient niet te worden beperkt in haar mogelijkheden. Uiteraard dient spreektijd goed te worden ingevuld: geen oeverloos gezwets, geen herhaling op herhaling, geen betoog met niet-relevante zaken, maar ‘to the point’, met relevante argumenten en helder verwoord. En ook: met inhoudelijk reageren op de betogen van andere fracties en/of collegeleden. Maar helaas is dat alles nauwelijks mogelijk met het huidige vergaderreglement van de Meerssense gemeenteraad. Neem de tweede termijn, daarvoor geldt een maximale spreektijd van 2 minuten. In die tijd mag een woordvoerder dan reageren op de eerste termijn-betogen van de andere fracties, alsook op hetgeen het verantwoordelijk collegelid heeft gezegd. In die absurd korte tijd inhoudelijk kritische vragen stellen of op hun betogen ingaan is een ‘mission impossible’, onmogelijk dus.
Maar wellicht is dát ook wat de coalitiepartijen beogen: het onmogelijk maken om kritisch bevraagd te worden. Want als dat wel gebeurt en ook nog door een partij die inhoudelijk van de hoed en de rand weet én verbaal sterk is, tja … dan loop je het risico door de mand te vallen. Dan blijkt dat je in het debat het onderspit dreigt te delven.
Dát risico kun je beperken door de spreektijd in te korten, zodat de oppositie zich wel moet beperken. Dan kunnen de coalitiepartijen zich met enkele dooddoeners ervan afmaken en kan vervolgens tot besluitvorming worden overgegaan. Weg debat, weg inhoudelijke verdieping. Weg de mogelijkheid argumenten met elkaar uit te wisselen.
Dan is er nóg iets: het vergaderen in commissies door raadsleden, buiten de openbaarheid dus. De raad heeft onlangs - in meerderheid, met tegenstem van 4 BRUG-M-raadsleden - twee nieuwe commissies ingesteld, naast de reeds bestaande vier commissies. Al die commissies vergaderen in beslotenheid en dus niet controleerbaar voor burgers of pers. Voorstellen van die commissies komen weliswaar in een openbare raadsvergadering aan de orde, maar gezien de beperking in spreektijd is daar ook weinig ruimte om inhoudelijk daarop in te gaan. Sterker nog: vanuit coalitiepartijen werd eerder geprobeerd om voorstellen van commissies als ‘hamerstuk’ in de raadsvergadering te behandelen, zonder woordvoering dus, gewoon even ‘aftikken’. Dus: weinig transparantie, eigenlijk geen. Het riekt naar achterkamertjespolitiek. Het mag duidelijk zijn dat BRUG-M, als partij die transparantie hoog in het vaandel heeft, zich tegen deze gang van zaken heeft verzet.
Onder het mom van ‘rust creëren en bewaren in het gemeentebestuur’ wordt het steeds lastiger voor de oppositie om in de openbaarheid kritisch te zijn op het beleid van het College van B&W, dat daarin voor én achter de schermen gesteund wordt door de coalitiepartijen. Met de huidige vergaderreglementen dreigt de oppositie monddood te worden gemaakt.
BRUG-M vindt dat een zorgelijke ontwikkeling, schadelijk voor de werking van de lokale democratie. Die democratie is juist gebaat bij openheid, bij het creëren van een breed draagvlak in de raad, alsook in de samenleving.