MOTIE BRUG-M OVER KWESTIE KAASBOER VERWORPEN

Tijdens de raadsvergadering van 29 mei diende raadslid Gerrit van der Bijl namens de fractie BRUG-M een motie van afkeuring in over de handelwijze van het College in de  kwestie ‘Kaasboer’ die  op de Markt in Meerssen. Volgens onze fractie heeft het College in deze kwestie onzorgvuldig en zelfs onjuist gehandeld. Waar gaat het om?

Op de weekmarkt te Meerssen stond al enkele jaren een kaashandel, die we voor nu gemakshalve en vanwege de privacy ‘Kaasboer A’ zullen noemen. Volgens de gemeente hield deze kaasboer zich niet aan de regels, reden waarom de standplaats hem ontnomen werd. Kaasboer A was het niet eens met dat besluit en is naar de rechter gestapt. De uitspraak van de rechtbank laat nog op zich wachten – we zijn uiteraard benieuwd naar de uitslag, maar willen daar als fractie buiten blijven. Daar ging de motie ook niet over en dat gaf Gerrit van der Bijl in zijn toelichting ook duidelijk aan.

De gemeente heeft de standplaats voor een kaashandel vervolgens toegewezen aan een andere kaasboer, die we Kaasboer B zullen noemen. En dáár zit voor onze fractie de kneep: de manier waarop deze toewijzing heeft plaatsgevonden is volgens ons niet zoals dat behoort te gaan. Er ligt nl. een verordening van de gemeente, door de gemeenteraad vastgesteld, waarin is geregeld hoe de toewijzing van standplaatsen op de markt dient te gebeuren. Dat gaat dan via een openbare bekendmaking en vervolgens kunnen geïnteresseerde standhouders zich hiervoor inschrijven. De inschrijvingen worden volgens bepaalde criteria beoordeeld en daaruit volgt dan de  keuze wie de standplaats krijgt toegewezen.

Wat is echter in het geval van de kaasboer gebeurd? De verantwoordelijke wethouder (Bongarts) heeft besloten om niet de gemeentelijke verordening te volgen, maar de vrijgekomen standplaats toe te wijzen aan Kaasboer B omdat die al enkele jaren op de wachtlijst stond. Echter: in de verordening is geen sprake van een wachtlijst - dat aspect is juist geschrapt bij de laatste vaststelling van de verordening. Geen openbare bekendmaking dus, geen inschrijving, maar gewoon toewijzing aan een bepaald iemand. BRUG-M vindt dat een onjuiste gang van zaken: regels die de raad heeft vastgesteld dienen ook nageleefd te worden – en dat is in deze kwestie niet gebeurd. 

De wethouder beriep zich op de zgn. ‘ hardheidsclausule’ die in de verordening staat. Volgens die clausule mag het College afwijken van de regels in de verordening, maar dan moet er sprake zijn van zeer bijzondere omstandigheden. Die zijn er volgens ons niet. Het feit dat een kaasboer op een wachtlijst staat (die volgens de verordening niet meer gebruikt wordt) lijkt ons geen bijzondere omstandigheid. Tevens begon de wethouder over de rechtszaak die nog lopende is; een mistig verhaal, dat voor onze fractie niet relevant is omdat de motie daarover helemaal niet gaat.

Kortom: onze fractie is het zeer oneens met de handelwijze van de verantwoordelijke wethouder, c.q. het College van B&W, en keurt deze af: vandaar een motie van afkeuring.

Het is gebruikelijk dat fracties in een raadsvergadering via een eerste termijn door een woordvoerder inhoudelijk reageren op een voorstel. Wat gebeurde echter nadat de motie was toegelicht?... Geen enkele fractie meldde zich voor een eerste termijn!  Geen reactie dus van de andere partijen - voor ons onbegrijpelijk. Partijen die geen gesprek aangaan en geen standpunt bekendmaken. Dus werd het een debat tussen de woordvoerder van BRUG-M en de verantwoordelijk wethouder, waar zich andere partijen in de tweede termijn nog wel in mengden, maar meestal om de wethouder te steunen en BRUG-M aan te vallen. Geen enkele kritische kanttekening over de handelwijze van het College.

Bij de fractie BRUG-M blijft de nare nasmaak hangen, zowel over de handelwijze van de wethouder alsook de opstelling van de andere fracties.