HERINRICHTING MARKT UITGESTELD TOT SEPTEMBER 2026:
HORECA OPGELUCHT, MAAR WAT EEN MERKWAARDIG GANG VAN ZAKEN!
De recente gang van zaken betreffende de planning van de herinrichting van de Markt verliep buitengewoon merkwaardig, warrig en vol tegenstrijdigheden. Met name de rol van de verantwoordelijke wethouders Molling (Openbare werken) en Bongarts (Economie) riep de nodige vraagtekens op.
We geven u een overzicht van de gebeurtenissen:
- Op 10 juli liet het College van B&W een Bewonersbrief uitgaan naar de bewoners van de Markt, waarin stond vermeld dat de herinrichting en herbestrating zou gaan starten in maart 2026. Gevolg: de Markt zou dan in de lente en zomer opgebroken zijn.
- Bij BRUG-M vroegen wij ons meteen af of een start van de werkzaamheden in maart wel verstandig is, aangezien in de lente het seizoen begint waarin de horecaterrassen op het middenplein uit staan en ook goed bezet zijn. En dat gaat dan in de zomer door tot zeker in september. Waarom niet dán pas starten met de werkzaamheden? Je hoeft geen econoom te zijn om te concluderen dat een opgebroken markt in de lente en zomer de horecazaken daar veel inkomsten gaat schelen. Ook vroegen wij ons af wat de horecaondernemers van de Markt zélf daarvan zouden vinden.
- Die vragen stelde BRUG-M-raadslid Jan Gulikers tijdens de Oordeelsvormende Raads-bijeenkomst (OoRa) van 20 augustus aan wethouder Molling. Het antwoord van de wethouder was: “Die planning is bewust gekozen, het kan niet anders en we hebben dit besproken met de horecaondernemers die het hiermee eens zijn. Als college hebben we met de horecaondernemers een goed contact hierover en de verdere details gaan we nog met hen bespreken.” (is via de livestream terug te zien en horen)
- Enkele dagen na de OoRa kregen we bij BRUG-M een signaal van enkele horecaondernemers die hun ergernis aangaven over de planning van het College en de beweringen van de wethouder. Volgens deze ondernemers was er juist géén afstemming met hen geweest en waren zij onaangenaam verrast toen bekend werd dat de werkzaamheden in maart zouden starten. De horecaondernemers lieten weten het helemaal niet eens te zijn met de planning van de gemeente en te overwegen om naar de pers te stappen. Dat laatste gebeurde later ook.
- De fractie BRUG-M maakte kort daarna, op 25 augustus, bekend aan College van B&W en overige raadsleden dat zij een motie (voorstel) over de werkzaamheden op de Markt zou indienen tijdens de eerstvolgende raadsvergadering op 4 september.
In deze motie wordt voorgesteld om als gemeenteraad het College van B&W de opdracht te geven om de werkzaamheden op de Markt pas in september 2026 te laten beginnen. Die motie hebben we toen ook alvast gepubliceerd.
- Op 28 augustus liet het College een nieuwe Bewonersbrief uitgaan waarin weer werd medegedeeld dat de werkzaamheden op de Markt zouden starten in maart 2026. Blijkbaar wilde het College vasthouden aan de eerder gemaakte planning. Bij onze fractie wederom verbazing.
- Op de dag van de raadsvergadering, 4 september dus, verscheen er ’s middags een bericht in de media dat er tijdens de ochtend op diezelfde dag een gesprek had plaatsgevonden van de wethouders Molling en Bongarts met de horecaondernemers van de Markt en dat afgesproken was dat de start van de werkzaamheden op de Markt verschoven zou worden naar september, dus na de zomer.
Overigens: de raadsleden werden formeel niet hierover geïnformeerd door het College, maar vernamen dit al dan niet via de media.
- De ommezwaai van de wethouders betekende dat zij in feite datgene gingen doen wat in de motie van BRUG-M werd voorgesteld. Op zich positief, maar had dit inzicht niet eerder bij de wethouders kunnen komen? Nu was er een hoop heisa ontstaan: ergernis en onrust bij de horecaondernemers, negatieve publiciteit in de media en verontwaardigde reacties van diverse inwoners. Dat alles had voorkomen kunnen worden.
- Diezelfde avond heeft BRUG-M -raadslid Jan Gulikers tijdens de raadsvergadering de motie tóch aan de orde gesteld, ook al was die in feite overbodig geworden door het besluit van de wethouders eerder op die dag.
Overigens: erg toevallig dat de wethouders zo kort voor de raadsvergadering bijdraaiden en alsnog tot een ander besluit kwamen. Of wilden zij voorkomen dat de motie van BRUG-M in stemming zou worden gebracht?
- Tijdens de raadsvergadering sprak raadslid Jan Gulikers zijn kritiek uit over de handelwijze van de wethouders. Het eindresultaat - uitstel van de werkzaamheden tot september - is natuurlijk positief, maar de gang van zaken was niet goed en zorgde voor negatieve reacties.
Tevens stelde Jan Gulikers de vraag hoe het mogelijk is dat wethouder Molling eerst beweerde dat alles in overleg met de horecaondernemers was besloten en dat dit daarna door de horecaondernemers werd tegengesproken. Het antwoord van de wethouder op die vraag was dat hij ‘het zo beleefd had’, dat hij meende dat de ondernemers het eens waren met de eerdere planning. Een vage verklaring dus, de onduidelijkheid bleef. Wij vragen ons af: wordt er dan geen verslag van een dergelijk overleg gemaakt waarin afspraken worden vastgelegd?
Hoe dan ook, de voorgenomen motie van BRUG-M was nu overbodig en werd dan ook niet ingediend.
- Wethouder Molling noemde het gesprek van 4 september met de horecaondernemers een ‘constructief overleg’. Van de ondernemers zelf weten we inmiddels dat het een stevig gesprek is geweest waarin de horecamensen fors van leer zijn getrokken. Volgens die ondernemers bonden de wethouders pas aan het einde van het gesprek in en maakten zij toen pas bekend dat de werkzaamheden zouden worden uitgesteld tot september 2026.
- Opvallend tijdens de raadsvergadering: van de andere raadsfracties geen enkele kritische vraag of opmerking richting de wethouders. BRUG-M stond in haar opstelling wederom alleen.
- Samenvattiend: Een merkwaardige gang van zaken, een slechte beurt van de beide wethouders, maar een goede afloop en opgeluchte horecaondernemers.