De Zwijnenkwestie

 

Het houdt ons bezig, de Zwijnenkwestie. En met ons bedoel ik, mijn hond en ik, ons buurtje, onze buurtpreventie appgroepen, onze inwoners op socials en in levende lijven. Op straat, in de supermarkt en in de raadzaal, met onze fractie van BRUG-M.

 

Na twee moties, pogingen om het college van B&W aan te zetten tot actie, is de Zwijnenkwestie nog niet opgelost. En wat we dan onder ‘opgelost’ mogen verstaan, is wat ons betreft: ‘het veilig kunnen bewegen in onze leefgebieden en natuurgebieden, zoals we dat gewend zijn van een paar jaar geleden’. Eitjes zoeken in het bos is nu in een tuin, vaste rondes met de hond worden met de dag bijgesteld na waarschuwingen voor zwijnen, joggers en wandelaars lopen nu niet meer in de schemer en degene die het bos nog ingaan, krijgen het predicaat ‘dapper’, ‘naïef’ of ‘onwetende toerist’.

 

Meermaals heeft BRUG-M aangedrongen op een informatiebijeenkomst voor inwoners om ze serieus te nemen. Om te luisteren naar hun zorgen en ze te voeden met informatie voor het bieden van perspectief. Want, hoe groot is het probleem nu eigenlijk en wat kunnen we eraan doen?

 

En dan is daar die beloofde en langverwachte informatie van de gemeente, per Bewonersbrief. In vier kantjes staat dat er een toename is van wilde zwijnen door de zachte winters, door de toename van natuurterreinen (o.a. project Grensmaas), dat ze sneller agressief reageren als ze vaak gestoord worden, hoe het wetmatig, beleidsmatig en coördinerend is geregeld en dat ondanks alle inspanningen de overlast van wilde zwijnen niet minder wordt. Er zijn leefregels, vooral om ‘verstoring van dieren te voorkomen’ en meldingen worden gedeeld met wildbeheereenheden, Staatsbosbeheer, gemeente en provincie. Het is goed om een Whatsapp buurt preventie aan te maken om elkaar te kunnen informeren en iedere eigenaar is gehouden zijn eigen have en goed te beschermen. Het gemeentebestuur sluit af met website- en mailadressen en telefoonnummers voor meer informatie en contact.

 

Geen perspectief dus. En dat terwijl er wel degelijk maatregelen te bedenken zijn voor verbetering. Zo is er in november ’23, na een motie van BRUG-M, een brief gestuurd door het college aan de provincie over belemmeringen die de wildbeheereenheden destijds ervoeren en vragen wij ons nu af of dit nog steeds zo is. Zijn alle pachtovereenkomsten in orde, zodat de jagers hun werk kunnen en mogen doen? Wat zijn de gevolgen van de uitbreiding van natuurterreinen? Landbouwgronden zijn nu geschikte biotopen voor zwijnen. Kunnen we deze compartimenteren, zodat we populaties kunnen sturen? Kan het groenonderhoud worden opgeschaald, zodat de wandelpaden in ieder geval vrij blijven en de schuilplekken voor zwijnen daar verdwijnen? Kunnen de jagers nog op een andere manier worden ondersteund? Kunnen meldingen van inwoners effectief worden ingezet, zodat ze niet van het kastje naar de muur worden gestuurd maar ook ervaren dat melden zin heeft?

 

Het gaat om vertrouwen. De website van de gemeente vertelt ons:

 

“Wilde Zwijnen leven in en rond alle natuurgebieden. Dat was in het verleden zo, dat is nu zo en ook in de toekomst zullen mens en dier samenleven. Bekijk het filmpje ‘Samen leven met wilde dieren’.”

 

Wat ons betreft is het geen kwestie van acceptatie, maar een kwestie van perspectief.